Source text in English | Translation by Ron Willems (#10550) |
I remember reading once that some fellows use language to conceal thought, but it's been my experience that a good many more use it instead of thought. A businessman's conversation should be regulated by fewer and simpler rules than any other function of the human animal. They are: Have something to say. Say it. Stop talking. Beginning before you know what you want to say and keeping on after you have said it lands a merchant in a lawsuit or the poorhouse, and the first is a short cut to the second. I maintain a legal department here, and it costs a lot of money, but it's to keep me from going to law. It's all right when you are calling on a girl or talking with friends after dinner to run a conversation like a Sunday-school excursion, with stops to pick flowers; but in the office your sentences should be the shortest distance possible between periods. Cut out the introduction and the peroration, and stop before you get to secondly. You've got to preach short sermons to catch sinners; and deacons won't believe they need long ones themselves. Give fools the first and women the last word. The meat's always in the middle of the sandwich. Of course, a light butter on either side of it doesn't do any harm if it's intended for a man who likes butter. Remember, too, that it's easier to look wise than to talk wisdom. Say less than the other fellow and listen more than you talk; for when a man's listening he isn't telling on himself and he's flattering the fellow who is. Give most men a good listener and most women enough note-paper and they'll tell all they know. Money talks -- but not unless its owner has a loose tongue, and then its remarks are always offensive. Poverty talks, too, but nobody wants to hear what it has to say. | Ik heb eens gelezen dat sommige kerels woorden gebruiken om hun denken te verhullen. Maar ik zie veel vaker dat ze woorden gebruiken in plaats van te denken. Geen enkele andere functie van het menselijk beest kan worden gereguleerd met minder en simpeler regels dan de conversatie van de zakenman. Dit zijn de regels: Heb iets te zeggen. Zeg het. Zwijg. Een koopman die begint te praten voordat hij weet wat hij wil zeggen, of die doorgaat nadat hij het gezegd heeft, belandt voor de rechter of in het armenhuis. En nummer 1 leidt rechtstreeks naar nummer 2. Ik houd er hier een juridische afdeling op na. Die kost me een smak geld, maar het gaat erom dat ik niet voor de rechter hoef te komen. Wanneer je een meisje bezoekt of met vrienden causeert na een diner, is er niets mis met een conversatie zoals een schoolreisje, met af en toe een omweg om bloemetjes te plukken. Maar op kantoor hoort elke zin de kortst mogelijke afstand af te leggen van de ene punt naar de volgende. Laat inleiding en epiloog achterwege en stop vóór 'ten tweede'. Zondaars vang je met een korte preek. En de pastoor weet zelf wel dat hij geen lange preek nodig heeft. Geef vrouwen het laatste woord en dwazen het eerste. Het beleg zit altijd in het midden van de boterham. Een beetje stroop erbij smeren kan geen kwaad, mits bedoeld voor een vent die daar gevoelig voor is. Bedenk ook dat wijs schijnen gemakkelijker is dan wijs spreken. Praat minder dan de ander en luister meer dan dat je praat. Een vent die luistert geeft zichzelf immers niet bloot, en hij steekt meteen een veer in de krent van degene die dat wél doet. Geef menige man een luisterend oor en menige vrouw een flink notitieblok, en ze vertellen je alles wat ze weten. Geld spreekt – echter alleen als zijn bezitter loslippig is, en dan is elke uitspraak aanstootgevend. Ook de armoede spreekt, trouwens, maar niemand wil horen wat die te zeggen heeft. |